Succesvol trainen met voer: 10 gouden regels

“Ja, maar mijn paard wordt opdringerig van voer!”

Succesvol trainen met voer is een kunst! Hoe makkelijk (en gewoon) het is om je paard iets lekkers te geven als hij/zij iets goed gedaan heeft, hoe veel skills het vraagt om met voer te trainen. Er is dus een onderscheid te maken tussen ‘af en toe een snoepje geven’ en ‘trainen met voer’.

Veel mensen beginnen zonder gedegen kennis met bijvoorbeeld vrijheidsdressuur of clickertraining en lopen dan tegen problemen aan als: schooien, voernijd/voerstress, opdringerheid of lompheid. Als je niet weet wat je hieraan kunt doen, stoppen ze vaak met het trainen met voerbeloningen. En dat is super jammer want beloningsgericht trainen (positieve bekrachtiging, R+) is zo’n toffe en fijne manier van trainen! Juist ook voor paarden die heel erg voedselgericht zijn. Paarden leren op een hele andere manier, raken oprecht gemotiveerd om mee te doen met onze training en het is de trainingswijze waarmee wij creatief lichaamsbewustzijn trainen met onze paarden.

Om jou zoveel mogelijk kans van slagen te geven om ook succesvol met voer te trainen, heb ik mijn 10 gouden regels voor je opgeschreven! Een goede voorbereiding is het halve werk! Want als je paard eenmaal doorheeft dat jullie deze super leuke training gaat doen, staan de meeste paarden al te trappelen bij het hek om mee te mogen doen! Dat is natuurlijk super leuk, maar kan ook voor extra ongewenste spanning zorgen. Heb je na het lezen van de tips vragen? Schroom dan niet om mij een berichtje te sturen!

10 gouden regels: succesvol trainen met voer

  1. Zorg dat je paard nooit honger heeft

    Succesvol trainen met voer begint al vóórdat je de daadwerkelijke training start. Je kunt je voorstellen dat als je paard honger heeft, dit ervoor zorgt dat hij/zij extra graag de voerbeloning wil hebben. Los van de gezondheidsproblemen die te weinig ruwvoer geven, is het dus belangrijk dat je pas gaat trainen als je paard zijn buik vol heeft gegeten om voerstress/voernijd te voorkomen.

  2. Kies de juiste beloning

    Veel paardeneigenaren beginnen goedbedoeld de clickertraining met paardensnoepjes/wortels als beloning. Mocht je deze beloning nu gebruiken, of bedacht hebben om dit te gaan gebruiken, dan mag je die (waarschijnlijk) gelijk weer terugleggen in je kast en/of daar direct mee stoppen! (:

    Eén van de meest genoemde redenen om niet met voer te werken bij paarden, is de angst voor schooien en opdringerig gedrag. Dit werk je in de hand met hoogwaardige beloningen zoals wortels en zoete paardensnoepjes.
    Veel beter kies je voor een zo laagwaardig mogelijke beloning. Dit houdt in dat het paard graag mee wil doen voor deze beloning, maar dat er geen/zo min mogelijk frustratie ontstaat rondom het voer.

    Wat de beste beloning is, is per paard – en trainingsdoel – afhankelijk en is soms best even een zoektocht (het kan later ook weer veranderen of we wisselen af van beloning).
    Waar het ene paard super kieskeurig is en zijn/haar neus ophaalt voor een simpele grasbrok, is voor het andere paarden een pluk hooi al meer dan voldoende als beloning. Neem dus de tijd om te ontdekken wat bij jullie past!

    Zelf beloon ik graag met timothee gras (dit is minder geschikt voor paarden met bijv. maagproblemen), Agrobs LeichtGenuss, of een simpele grasbrok voor de ‘cookiemonsters’ onder ons. Voor de ‘fijnproevers’ zoek ik naar iets wat meestal iets hoogwaardiger is en het paard lekker vindt. Dit kunnen bijvoorbeeld stukjes broccoli, komkommer of een gezond paardenkoekje zijn. Vaak is een mengeling van een wat laagwaardige en hoogwaardige beloning ook een goede optie.

    Voor elke beloning geldt: check de hoeveelheid suiker en of het product geweekt moet worden! Je geeft best wat beloning tijdens een trainingssessie en dan is het fijn dat je je geen zorgen hoeft te maken of je paard niet teveel lekkers krijgt op een dag.

  3. Zorg voor water in de trainingsruimte

    Eten (en hard nadenken) maakt dorstig! Zeker als je met een grasbrok/-mix werkt. Zorg daarom dat er altijd vers water ter beschikking is waar je paard zelf naar toe kan lopen. Zo houdt het paard ook gelijk even een pauze en kunnen jullie weer fris en fruitig van start gaan.

  4. Zorg voor een veilige en rustige (afgesloten) trainingsruimte

    Tijdens het werken met positieve bekrachtiging, werken we meestal zonder halster en touw. Een ruimte waar het paard ongestoord los kan bewegen is dus ideaal.

    Ook is het belangrijk dat er niet zomaar andere paarden in de trainingsruimte kunnen komen om Resource Guarding (beschermen van voer, spullen of mensen) te voorkomen. Dit is een groot aandachtspunt als jouw paard voerstress/voernijd heeft!

  5. Vul een refill-emmer en creëer een pauze-plek

    Tijdens een sessie gaat er best wat voerbeloning doorheen. Omdat het vervelend is als je regelmatig de bak moet verlaten om je tasje bij te vullen, is het handig om een refill-emmer in de buurt te hebben. Deze emmer(s) stop je helemaal vol met jullie voerbeloning en zet deze van te voren klaar. Let op: zorg ervoor dat de emmer buiten het bereik (en zicht) is van het paard om stress te voorkomen.

    Creëer van te voren ook een pauze-plek in de trainingsruimte. Ik gebruik hier een grote ton voor die altijd in de hoek staat. Hier strooi ik dan timothee op. Op deze manier kan het paard even pauze houden, ik eventueel mijn tasje vullen en/of de trainingssetting aanpassen zonder dat het paard al weer aan de slag wil (en dus een beetje in de weg loopt (; ) en voorkom je zoveel mogelijk stress.

    Mochten er zich in jouw trainingsruimte ook hooibakken bevinden, kun je deze gewoon laten staan. Je kunt dan gelijk zien welke beloningswaarde jouw voerbeloning heeft ten opzichte van het hooi én je paard kan zelf pauze houden / aangeven of hij wel of niet mee wil doen aan deze oefening (op deze manier).

  6. Werk eventueel eerst in beschermd contact

    Weet je van te voren al dat jouw paard heel erg gericht is op voerbeloningen of vindt je jouw paard soms spannend in bepaalde situaties? Kies er dan voor om te beginnen in beschermd contact. Hierbij zet je een deel van de bak af. Het liefst geef je het paard zoveel mogelijk ruimte en een zo lang – en recht – mogelijk stuk om te bewegen. Jij staat aan de andere kant van de draad/lint. Op deze manier hoef je je al over 1 ding minder druk te maken: of je paard te dichtbij komt.

  7. Markeer/click op het juiste moment

    Beloningsgericht trainen (positieve bekrachtiging) werkt onder andere zo goed en effectief omdat je heel precies kunt aangeven van welke gedrag je graag meer wilt zien. Gewenst gedrag markeer je – op precies dat moment – met een bridge (markeersignaal). Dit markeersignaal is meestal een vast geluid zoals een tongklik of het woord “Yes” of “X”. Na dit markeergeluid, geef je het paard direct de beloning. Deze bridge wordt dus een voorspeller dat er een beloning aankomt.

    Je kunt je misschien voorstellen dat het heel erg belangrijk is dat je op het juiste moment markeert. Markeer je een aantal keer net op het moment dat je paard met zijn neus in jouw voertasje zit, dan leer je hem dit dus zelf aan! Merk je tijdens het clickertrainen dat je paard dingen laat zien die je liever niet wilt? Neem dan zeker jouw eigen timing goed onder de loop!

  8. Zorg dat je makkelijk en snel het voer/de beloning kunt pakken

    Niets zo frustrerend voor je paard als jij er lang over doet om je beloning te geven. Voeren vanuit een diepe jaszak of gesloten voertas is dus niet handig. Dit is een fijne voertas om mee te werken: Heuptas/voertas groot.

    Sommige mensen leren hun paard de oefening ‘voedsel weigeren’ aan. Persoonlijk ben ik hier geen voorstander van omdat dit vaak juist meer frustratie geeft. Zelf vind ik het fijn werken om zo snel mogelijk (later kun je er meer tijd tussenlaten) nadat je geclickt hebt, het paard de beloning te geven.
    Het patroon is dus: je paard raakt bijvoorbeeld een target aan met z’n neus -> jij markeert (clickt) precies op het goede moment -> direct je hand in je voertas -> beloning geven. Lees regel 9 voor hoe je het best kunt voeren.

  9. Voer van je af en voer royaal

    Nu je de beloning in je hand hebt, geef je het ook dírect. Niet treuzelen dus, ook al doet je paard inmiddels iets anders. Streef ernaar om goed van je af te voeren om te veel focus op jouw voertas te voorkomen. Het fijnst voor het paard is, is als je zo voert dat de neus van het paard recht voor het lijf is, ongeveer op borsthoogte.

    Voor mij was, toen ik begon met beloningsgericht trainen, de gouden tip: voer royaal. 1 klein plukje hooi of 1 klein grasbrokje is echt onvoldoende. Denk maar aan jezelf: van 1 tictac’je wil je er graag wel nog één! En nog één! Zorg dus dat het paard echt iets heeft om (langer) op te kauwen: een hand vol grasmix of een flinke pluk hooi. Kauwen maakt het brein rustig. Zo creëer je veel meer rust in je training.

  10. Vraag hulp!

    Heeft jouw paard issues rondom voer? Neem dan alsjeblieft contact op met een bekwame clickertrainer! Vaak speelt er meer dan enkel ‘opdringerig’ zijn rondom voerbeloningen. Juist voor deze paarden is werken met voer vaak een uitkomst maar een gedegen uitleg en begeleiding is wel noodzakelijk.

Succesvol trainen met voer vraagt dus heel wat skills en kennis van ons!

Zin om hiermee aan de slag te gaan?

Hoi, ik ben Renske!

Leuk dat je mijn blog gevonden hebt! Ik neem je graag mee in mijn kijk op holistische paardentraining. Mocht je hier vragen over hebben:  klik hier om contact met mij op te nemen!

E-book over CPL!
meer blogs
Scroll naar boven